Overdenking


Ruth van der Waall-Schaeffer

VERGETEN

Oud en Nieuw…de jaarwisseling, een pas op de plaats. Enerzijds terugblikken op het voorbije jaar en anderzijds is er een nieuw begin. Zo wordt vaak de start van een nieuw kalenderjaar gezien. Het nieuwe jaar ligt als een onbeschreven blad voor je. Natuurlijk staan er in agenda’s al een tijdje afspraken, verjaardagen, wellicht vakanties genoteerd, maar dat zijn neutrale, zakelijke woorden. Want hoe die vakantie, of die afspraak er inhoudelijk uit gaat zien, welke kleur die gaat krijgen, dat weten we nog niet. Het is een verrassingspakket. Gebeurtenissen krijgen pas naderhand als je er weer aan terugdenkt een klank, een kleur.

Er aan terugdenkt…terugdenken is een functie van het geheugen.

Er bestaat geen ander geluk dan dat van de herinnering, dan dat van het opwekken, levend maken, en veroveren van de voorbije en verloren tijd, zegt Marcel Proust in ‘Á la recherche du temps perdu’. En soms borrelt het lied van Herman van Veen in mij op: ‘Een mooie herinnering, iets waarvan je houdt, neem je overal mee naar toe, neem je mee in je geheugen.’

De gedachte dat je je steeds minder kunt herinneren of op een gegeven moment zelfs niets meer, lijkt mij afschuwelijk. Ik spreek hier niet over dingen die zeer verwondend zijn geweest en die je diep weggestopt hebt of liever wilt vergeten.

In één van mijn vroegere werkkringen had ik o.a.te maken met mensen die de ziekte Alzheimer, dementie hadden. Een terugkerende vraag was: ‘Hoe verder te leven, hoe gaan je naasten er mee om?’ In een boek over de beleving van dementie las ik deze ontroerende zinnen tussen een echtpaar: “En als we elkaar nu vergeten?” vraag ik. “Jij mij of andersom, ik jou?” Het (sociale) leven dat je leidt glipt langzaam maar zeker tussen je vingers weg. Het spook van het vergeten waart door het huis en zit je niet meer achter het stuur van je leven, maar verhuis je naar de achterbank, schreef Bert Keizer recent in dagblad ‘Trouw’.

Als je weet dat je de ziekte ‘Alzheimer’ hebt of drager bent van het gen, ga je heel bewust in het nu leven. Je probeert nu te genieten, nu de dingen te doen waar je goed in bent of waar je van houdt. Je weet dat uitstelgedrag in zekere zin ‘gestraft’ wordt. Natuurlijk is er eerst de moeilijke fase van aanvaarding. Maar daarna is het belangrijk zo lang mogelijk, in verband met je gevoel van eigenwaarde, de regie over je leven te houden, met hulp van naasten.

Het is wijs stil te staan bij wat je hebt en (nog) kunt en dat dit absoluut niet aan een zekere leeftijd gebonden is. Daarom is het wellicht niet gek om aan het begin van een nieuw jaar alleen of met anderen herinneringen op te halen, ‘ hoe heb ik het afgelopen jaar beleefd.’

Immers je tweede leven begint wanneer je begrijpt dat je er slechts één hebt…Lief het leven.