Leven met God in Frankrijk (deel 2 over Calvijn)


Ruth van der Waall-Schaeffer, oktober 2021

Actuele waarden

‘Wij zijn altijd onderweg,’ schrijft Calvijn in één van zijn werken, ‘gelovigen zijn op aarde op doorreis.’ Ook letterlijk klopt het wat Calvijn stelt, Franse protestanten hebben een geschiedenis van veel reizen. Vaak moest men vluchten en/of emigreren. Calvijn is zelf ook een pelgrim geweest, steeds weer op de vlucht. Hij heeft heel wat kilometers afgelegd. Ook Franse predikanten moeten als je in de ‘campagne’ woont heel wat rondtrekken. In de jaren dat ik als interim in het huidige Occitanie werkzaam was voor de Franse protestantse kerk heb ik heel wat langs ‘s Heren wegen gependeld. Gelukkig had ik een TomTom… Verloren tijd dat gereis? Nee, want al rijdend dacht ik door op de gesprekken, bedacht ik een opening voor een kerkenraadsvergadering, en ook genoot ik van het landschap in alle jaargetijden.

Liturgie in het land van Calvijn

De eredienst van Franse protestanten is wat traditioneler dan in veel kerken in Nederland. Tegelijkertijd is de kerk in Calvijn’s geboorteland minder klerikaal. De liedbundels van de Eglise Protestante Unie de France (EPUdF) bevatten psalmen en gezangen; de teksten zijn naar mijn idee meer piëtistisch van aard en het draait vooral om mijn persoonlijke relatie met God, met Jezus. Ik vind er vooral de sfeer terug uit de Nederlandse bundel uit 1938 en die van Johannes de Heer. Calvijn hield zelf beslist van zingen, want je geloof uit je mede door de zang. Mijn ervaring met liturgie is dat men hier minder kritisch is. De meeste in Nederland geschoolde pastores proberen liederen te zoeken passend bij de lezingen en preek. Ook is er geen vernieuwende liturgische beweging geweest zoals Nederland die heeft gehad. Ik noem namen als Ida Gerhardt, Huub Oosterhuis, Jan Wit, Willem Barnard,Sytse de Vries etc. Daarbij komt dat in het Zuiden een liturgie die neigt naar het Rooms- Katholieke met argwaan bekeken wordt. De (kerk)geschiedenis werkt nog steeds door. Ook heeft het Nieuwe Testament een meerwaarde, de preken gaan veelal over het evangelie. Enerzijds is de liturgische vormgeving wat traditioneel van aard, anderzijds is de PKN, in de praktijk althans, formeler dan in het land van Calvijn. Er is een kerkenraad, maar bijvoorbeeld geen ouderling van dienst die de voorganger de hand drukt. Een toga dragen mag, maar men is er vrij in. Een witte toga met een stola in de liturgische kleur- zoals in Nederland – is zeker een stap te ver vanwege de associatie met de priester. Ook een Paaskaars is geen algemeen gebruik. Een drempel om deel te nemen aan het Avondmaal heb ik weinig ervaren. Wekelijks het Avondmaal vieren, zoals Calvijn wilde, is een brug te ver. Toch kreeg ik in Narbonne alle ruimte om rituelen, symbolen te gaan gebruiken in de liturgie. Als je maar uitlegt waarom. Immers ‘leren’ stond bij Calvijn hoog in het vaandel. Hij leerde zelf ook voortdurend. Toen hij in Straatsburg verbleef, bleek hij de aangewezen persoon te zijn voor een gesprek met andersdenkenden en met Rome. Hij kon helder argumenteren en zijn visie is actueel:’ Eenheid van de kerk zit hem niet in de organisatie, maar in het feit dat de gelovigen één zijn in het geloof. Het gaat om de binnenkant. Ook erkende hij van meet af aan de doop van de RK-kerk. Een gelovige hoort zelfstandig te kiezen op grond van de Bijbel. Hij was van mening dat voorgangers ook beeldend moeten kunnen preken: ’Wie koud is, is niet geschikt.’ En: ‘ook een predikant blijft leerling.’ Ik ben blij – in navolging van o.a Calvijn- dat de protestantse kerken het essentieel vinden dat een predikant blijft studeren en dat de gemeente daar ruimte voor hoort te scheppen. Ieder moet nieuwe inzichten kunnen verwerven, is het devies: ecclesia semper reformanda (de kerk moet zich steeds weer hervormen).

In Frankrijk is er scheiding van kerk en staat. De protestanten zijn zeer gehecht aan de wet van 1905. Deze wet biedt vrijheid om kerkdiensten te houden en er is vrijheid van geweten. Een andere belangrijke wet is die van 1901: de kerk is ingebed in een ‘association cultuelle’. Het biedt een juridisch kader. Elke plaatselijke kerkelijke gemeente moet een voorzitter, secretaris en penningmeester hebben. Deze taken worden door de kerkenraad behartigd. Jaarlijks wordt er een Assemblée Générale gehouden waar men opening van zaken geeft wat betreft de begroting en het beleid. Als de Associatie erkend is, geeft deze ook bijv. belastingaftrek voor giften.

God in Frankrijk: het groeten houdt aan

Calvijn signaleerde in zijn tijd van leven iets wat ook voor ons in 2021 tot nadenken stemt. Hij heeft langer buiten Frankrijk gewoond dan in zijn geboorteland. Calvijn vond onder andere dat de ware dienst aan God uit Frankrijk vertrokken was. Toch zou hij verrast zijn als hij zou zien wat er allemaal gedacht is over God in Frankrijk door u en mij, door filosofen, theologen etc, en hoe men de ene voet voor de andere heeft gezet om het groeten aan te houden en hoe we godsbeelden hebben moeten loslaten om juist God te vinden.
We zullen letterlijk en figuurlijk onderweg moeten blijven, in beweging, ons hart open om zo misschien te horen of de Ene God tot ons spreekt.