Ruimte voor God


Ruth van der Waall-Schaeffer

“God is terug”, lees ik in een Nederlandse nieuwsbrief van een kloosterorde die ik in mijn mailbox ontvang. God is terug, ook al lopen kerken leeg en moeten deze soms sluiten. God is terug… Ik weet niet goed wat ik hiervan moet denken, of ik er blij mee moet zijn. Ik zou eerst willen weten: wat betekent het dat God terug is? God binnen handbereik… als het ons uitkomt. Soms hoor ik de naam “God”en dan denk ik: over wie hebben ze het? Ik hoor zo vaak het woord “God”: in de politiek, uit de mond van president Trump, “God bless America”, “with God on our side”,zoals Bob Dylan ooit zong. Enerzijds is God in onze moderne samenleving naar de zijlijn geschoven, anderzijds blijkt Hij weer een prominente plek te krijgen. God is terug. Terug in het midden van ons doen en laten. Ikben huiverig dat er van God weer een beeld wordt gemaakt, gemodelleerd door mensenhanden. In een godsbeeld kun je over hem beschikken, hij is verplaatsbaar en je zet hem neer waar hij –jou of de maatschappij –het beste uitkomt.

In een opera over Mozes en Aäron, gecomponeerd door Arnold Schönberg, prààt Mozes en hij zingt niet. Dat is opmerkelijk. De joodse componist heeft dat expres gedaan: Mozes maakt geen beeld van God, zelfs geen gezongen beeld. De componist wilde uitdrukking geven aan de eeuwenoude intuïtie dat van God geen beeld kan èn mag gemaakt worden. De wortels van deze intuïtie liggen in de ervaring van de Uittocht uit Egypte en in de “richtlijnen tot echt leven”, de 10 geboden (Exodus 20).

Mag je je God dan niet voorstellen? Natuurlijk wel, ook in de Bijbel wordt op een mensvormige manier over God gesproken. Waar het om gaat is, dat je als mens/als volk niet mag invullen waar God voor staat; Hem geen “beeld”opdrukken naar eigen behoefte of ter rechtvaardiging voor je argumenten. Dan span je God voor je karretje, voor je politieke programma, voor je aanslag, enz. Dat is gevaarlijk en dodelijk, ook voor God. Want een gemanipuleerde God is geen God. Je weet immers dan niet meer wat je aan Hem hebt. Hij wordt apathisch gemaakt, d.w.z.levenloos, zonder gevoel, ver weg. Het lijkt een paradox, maar God is meer bij ons als we géén beeld van hem maken, hem niet binnen handbereik hebben en in onze mond nemen. God is geen beeld, maar een NAAM. Zijn naam is “Ik ben”, ik zal er zijn. Noch over Gods beeld noch over zijn naam kunnen we beschikken. Dat valt niet mee, want we hebben graag alles onder controle. Het lijkt alsof we met lege handen staan. Maar misschien hebben we juist méér als we gewoonGod God laten zijn. Hem niet te snel overal bij halen, niet in acties, niet in verklaringen en zelfs met terughoudendheid in onze gebeden.

10 maart is de eerste zondag in de Veertigdagentijd, we gaan op weg naar Pasen, op weg naar ruimte. Pasen geeft levensruimte. Op weg gaan maar zeker ook stil en open staan zodat de Levende de ruimtekrijgt naar ons toe te komen, terug te komen, en wij zijn Naam kunnen horen.